- Beschrijving
Beschrijving
Je was een liefdesbaby, zei mijn moeder. Maar ze had een bizarre manier om dat te tonen. Ik wilde dit boek niet schrijven. Ik wilde er niet aan herinnerd worden hoe het voelde als ik op weg van school naar huis – nooit wist of ze dronken was of nuchter. Ik wilde niet opnieuw die angstsmaak in mijn mond proeven als ze weer eens geprobeerd had zich van het leven te beroven. Ik wilde niet terug naar die smerige flat met de stank van verschaald bier, urine en braaksel. Mijn hele leven heb ik geprobeerd uit de buurt te blijven van mijn jeugdherinneringen. Ik dacht dat ik alle deuren achter me had dichtgedaan, ze zorgvuldig had afgesloten en de sleutels had weggegooid. Maar toen ik zelf kinderen kreeg gebeurde er iets. Mijn eenjarig zoontje kwam in de keuken te dicht bij het fornuis en ik was bang dat hij zich zou branden. Op dat moment herinnerde ik me opeens hoe mijn moeder lang geleden mijn kleine handjes vastpakte en ze op de gloeide kookplaat legde. Ziezo, nu pas je in het vervolg wel op voor het fornuis, zei ze. Een anekdote die ze sindsdien graag aan anderen vertelde. Mijn inventieve, stoere mamma. Toen was ik trots op haar. Maar nu kwam het me onbegrijpelijk voor. De handjes van een peuter opzettelijk verbranden? Wat dacht ze eigenlijk? Wie was zij, de vrouw die zich mijn moeder noemde? Hoe was ze zo beschadigd geraakt? En hoe was het mogelijk dat ze drie maanden dood in haar huis kon liggen zonder dat iemand haar miste? En hoe is ze gestorven? Was het zelfmoord? Was het in dat geval mijn schuld? Dit verhaal gaat over mijn zoektocht naar antwoorden, een reis terug in de tijd, linea recta naar het inferno van een kind omgeven door alcoholisme. Ik wilder er geen boek over schrijven, maar ik moest wel. Voor mijzelf, voor mijn kinderen en voor alle andere liefdesbabys.