- Beschrijving
Beschrijving
In het oerwoud van Nieuw-Guinea was de dood geen genadige gezel. Hij was er wreed en liefdeloos. Sterven in de jungle was eenzaam verhongeren onder een boom, verdrinken in een stinkend moeras, een mislukte parachutesprong, onthoofd worden door een inboorling of getroffen worden door 'eigen vuur' van een kameraad. Het overkwam in 1962 tientallen Indonesische en Nederlandse jongemannen. Ze waren door hun regering het bos ingestuurd om er hun vaderlandse plicht te doen. Ze moesten hun revolutie voltooien, was hen gezegd, en ze moesten Neerlands eer hooghouden op een ver en onherbergzaam eiland. Over wat er dat jaar op en rond het eiland gebeurde werd, zoals gebruikelijk tijdens een oorlog, op grote schaal over gelogen en verzwegen. Dat gold niet alleen voor de militaire aspecten van het conflict, maar ook voor de politieke en de maatschappelijke. Nu – een halve eeuw later – is het tijd om te vertellen wat er wérkelijk gebeurde. Niet alleen gezien vanuit een Nederlandse invalshoek, maar ook vanuit de beleving van de Indonesiërs, de Amerikanen en de 'kinderen van het land', de Papoea's.